Toen Saddam Hoessein Koeweit binnen viel werden de Verenigde Naties (waar bijna alle landen van de wereld lid van zijn) en Amerika erg kwaad. Ze waren vooral boos dat Saddam nu ook bij de olie van Koeweit kon komen en daar veel geld voor kon gaan vragen. Daarom vielen ze Irak aan. Vanuit de lucht lieten ze bommen vallen op alle belangrijke plaatsten in Irak, zoals wegen en kazernes. Irak schoot als antwoord daarop raketten naar Israël. Israël is een goede vriend van Amerika en een vijand van Irak. In die scud-raketten kun je een atoombom of gif stoppen. Dat deed Saddam Hoessein niet, maar hij wilde wel laten zien dat hij met zijn raketten Israël kon bereiken. In Israël wisten de mensen niet zeker of er nou gif in de raketten zou zitten en daarom zaten ze tijdens de Golfoorlog vaak met gasmaskers op in schuilkelders. Uiteindelijk verloor Irak de oorlog en trokken zijn soldaten weg uit Koeweit. Saddam Hoessein bleef wel de baas in Irak. Amerika vond dat heel vervelend want ze vertrouwden Saddam voor geen meter.
maakten de overwinnaars afspraken met Irak. Van het geld dat Irak verdiende met het verkopen van olie, moesten ze een deel aan Koeweit geven. Omdat de overwinnaars bang waren dat Saddam opnieuw oorlog zou voeren, besloten ze ook dat Irak van de rest van het geld alleen voedsel mocht kopen. Saddam mocht in ieder geval geen wapens kopen of maken. De overwinnaars waren vooral bang dat Saddam Hoessein een atoombom zou maken. Een atoombom is een super zware bom die verschrikkelijk veel mensen dood kan maken. Met die bom zou Saddam kunnen dreigen als hij zijn zin niet zou krijgen. Om te zorgen dat Irak geen atoombom zou maken, stuurden de Verenigde Naties mensen naar Irak die controleerden of er geen bommen gemaakt werden. Na een paar jaar had Saddam genoeg van die controleurs en knikkerde hij ze het land uit.